Karel Uyttersprot (N-VA) stelt vragen aan de minister
LEBBEKE - Federaal minister van Binnenlandse Zaken, Annemie Turtelboom, kreeg deze week heel wat parlementaire vragen te verwerken over de watersnood van de voorbije dagen. Zo ook van volksvertegenwoordiger en Lebbekenaar Karel Uyttersprot (NV-A), die alles van nabij meemaakte en had over het voortreffelijke werk van de hulpdiensten en solidariteit tussen de buurtbewoners. Concreet vroeg hij ook om de aangiftes met de nodige spoed te laten behandelen.
'Er is weinig twijfel over dat deze watersnood als ramp zal worden erkend en dat het Rampenfonds zal tussenkomen', stelde Karel Uyttersport.
Minister Turtelboom verduidelijkte in haar antwoord dat de vergoeding voor geleden schade door overstromingen, hoofdzakelijk voor rekening is van de verzekeraars. Mensen die tien jaar geleden wateroverlast hebben gehad, denken nog altijd aan het Rampenfonds. Maar na het wijzigen van de wetgeving is het nu bijna voor 90 tot 95 % van de gevallen zo dat de slachtoffers verzekerd zijn via hun gewone brandverzekering.
Het Rampenfonds komt slechts tussen voor schade aan goederen die daar niet onder vallen. Bijvoorbeeld schade aan niet binnen gehaalde oogsten, voor een levende veestapel buiten het gebouw, voor schade aan bodemteelten en bosaanplantingen. Ook voor mensen met een leefloon en voor schade aan het openbaar domein komt het Rampenfonds wel nog tussen.
Op vraag van de minister werden er een aantal nuttige lijstjes op de website van de gemeente Lebbeke geplaatst (zie http://www.lebbeke.be).
Inwoners van de gemeente die getroffen zijn door de overstromingen kunnen deze lijsten gebruiken om hun schade aan de verzekeringsmaarschappijen te melden.