De N-VA danst op twee benen

De N-VA staat bekend voor haar Vlaamse strijd. Wat doet zo’n partij als ze ook op gemeentelijk vlak iets in de pap te brokken heeft? Pakt de N-VA daar ook uit met haar handelsmerk? Daarom zoeken we in onze portretten van de Vlaamse gemeenten naar de politieke keuzen van burgemeesters, schepenen of oppositieleden van de N-VA.

Meteen valt op dat ze een opvallend gelijkluidend antwoord geven op de vraag wat ze willen doen in hun gemeente. “Wij staan voor een nieuwe, open politiek. Met meer inspraak voor de burgers via adviesraden." Een ander voorbeeld: “Over de huidige coalitie spreken wij ons niet uit, wij profileren ons als nieuw alternatief waarbij we willen doen wat de burger denkt."

“Iedereen burgemeester”

De rode draad in de verkiezingsbeloften van de lokale afdelingen van de N-VA is “inspraak” of “betrokkenheid”. Die strategie wordt heel concreet ingevuld. In verschillende gemeenten kregen inwoners een vragenlijst in de bus. Met vragen over de wensen, bekommernissen en ergernissen, soms over heel concrete pijnpunten zoals kruispunten of nieuwe KMO-zones.

Dat gebeurde ook eind vorig jaar in Beersel, de gemeente van parlementslid en nationaal ondervoorzitter Ben Weyts. Weyts zei toen: “We willen de vinger aan de pols houden van de bevolking en weten waarover ze tevreden zijn en wat beter kan. Het is tijd voor verandering. Eigenlijk willen we dat iedereen een beetje burgemeester is."

Absolute meerderheid

Verwonderlijk is dat niet. Met die strategie heeft de partij al succes geboekt. Bij de vorige verkiezingen haalde burgemeester Kris Van Dijck een absolute meerderheid in Dessel. Hij was de verkiezingen ingegaan met de belofte van "betrokkenheid" en "andere bestuursstijl". Ook in Dessel gebruikte de N-VA de vragenlijst aan de bevolking om de beleidsnota uit te werken.

Van Dijck: "Niet om de mensen naar de mond te praten, maar wel om een beleid op te bouwen dat door de bevolking gesteund wordt.” Hij is een kopstuk van de N-VA. Naast "burgemeester met een absolute meerderheid" is hij ook fractievoorzitter in het Vlaams Parlement. De N-VA stoelt haar keuzes in het gemeentelijke beleid dus niet zozeer op het eigen profiel, maar op suggesties van de bevolking.

Een ander beleid?

Welke stempel drukt een burgemeester van de N-VA op zijn gemeente? De gemeenteraad in Dessel bakkeleit over een nieuwbouw voor een school, kinderopvang, nieuwe bureaus voor de politiediensten, vandalisme bij openbare toiletten, verkeer, politie, woningen, …

Ook in Dessel klaagt de oppositie aan dat de meerderheid procedures aan haar laars lapt. De parochie Witgoor krijgt eigen naamborden langs de weg. "We zijn ingegaan op de vraag van de inwoners naar een afbakening van de grenzen van hun parochie", zei Van Dijck. Hij laat ook de staatsieportretten van het koningspaar Albert en Paola verwijderen uit de raadszaal.

Uit het beleid van Van Dijck is niet af te leiden welke stempel de N-VA op de gemeente drukt. De debatten in Dessel zijn in grote mate vergelijkbaar met die in andere gemeenten. Ook andere gemeenten, zoals het "groene" Mortsel, lieten de portretten van het koningspaar weghalen, een symbooldossier in Vlaamse middens.

En wat in Voeren?

Er zijn nog gemeenten waar de N-VA de sjerp om de buik mag gorden. Bijvoorbeeld in het Limburgse Voeren, jarenlang een heet communautair strijdveld. Nu is Huub Broers er burgemeester. Hij is geboren en getogen in CD&V, maar stapte bij de vorige federale verkiezingen over naar de N-VA en werd senator.

In de Senaat en binnen zijn nieuwe partij ijvert Broers voor de Vlaamse lijn van de N-VA. Tijdens een bijeenkomst in de faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode, in de rand van Brussel, pleitte hij voor respect voor de taalgrens: “De taalgrens is geen knabbelgrens.”

Hoe handelt een N-VA burgemeester in een communautaire symboolgemeente? Er zijn in Voeren discussies over belastingen, commotie over wielertoeristen die te gevaarlijk over de landelijke wegen zoeven, er is onrust over dreigende drugscriminaliteit omdat Nederland coffeeshops verhuist naar de grens en Broers is fier op het nieuwe gemeentehuis dat het “oude kippenhok” vervangt.

Communautaire disputen?

Hoe hevig zijn de traditionele communautaire spanningen in zijn gemeenteraad? Er zijn incidenten zoals een Franstalig gemeenteraadslid - een telg uit de familie Happart - dat steevast Frans praat in de gemeenteraad, hoewel dat verboden is. Er is een schermutseling over het afnemen van de microfoon in de gemeenteraad. Broers minimaliseert die communautaire perikelen en “heeft ze liever niet”. Ze horen volgens hem bij de lokale “folklore” en zijn niet relevant voor het beleid in Voeren.

De communautaire thema’s komen dus ook in deze faciliteitengemeente amper aan bod. Broers erkent die strategie. “Ik zal nooit N-VA-burgemeester zijn. Ik ben burgemeester van alle Voerenaars. Een burgemeester moet problemen oplossen en mag niet polariseren. Ik antwoord Franstaligen in het Frans of soms praten we ons mooi dialect.” Die strategie loont ook in Voeren. Broers: “De mensen appreciëren dat blijkbaar. Bij de verkiezingen in 2006 had ik persoonlijk meer stemmen dan de hele oppositie samen.”

Broers krijgt stemmen van kiezers die gevoelig zijn voor de Vlaamse zaak, maar hij wil met zijn gematigd profiel ook de steun van kiezers die niet voor de N-VA willen stemmen. Broers rekent ook op stemmen van Franstaligen die geen communautair gedoe willen, maar wel samenwerking tussen de taalgroepen in zijn gemeente.

En als schepen?

In Brasschaat staat een ander boegbeeld van de N-VA sterk: Jan Jambon, fractievoorzitter in het federale parlement. In 2006 is Jambon in kartel met CD&V opgekomen en scoorde hij genoeg om het mandaat van eerste schepen binnen te halen.

Ook in zijn gemeente komen dezelfde thema’s naar boven als in vergelijkbare rijke gemeenten: een inbrakenplaag, een KMO-zone, dure woningen, wegen en fietspaden, ... Er is één specifiek lokaal thema dat de gemoederen beroert: moet er een tramlijn komen vanuit Merksem naar het hart van Brasschaat? De N-VA is tegen. Jambon: "Die tram komt er niet. Dat wil ik niet."

In oppositie?

De lokale afdelingen van de N-VA die in de oppositie zitten, zijn opvallend actief, ook als ze nog maar recent zijn opgericht. In Lebbeke bijvoorbeeld plaatste de N-VA met succes de verloedering van speelpleinen op de agenda. De partijafdeling van Ben Weyts drukt een stempel op de discussies in Beersel en ijvert voor de “Vlaamse eigenheid” van de gemeente.

In Beernem heeft de N-VA nog maar drie jaar een afdeling, maar onze verslaggever stelt verwonderd vast dat die actiever is dan de verkozen oppositie: “De huidige oppositie in de gemeenteraad, verzameld in het kartel Bron, stond erbij en keek ernaar.” De N-VA hield acties voor veiliger verkeer, tegen zwerfvuil en voor betere digitale dienstverlening.

En kopman Bart De Wever?

Wat doet een voorzitter van een Vlaams-nationale partij die ook gemeenteraadslid is, zoals Bart De Wever in Antwerpen? Journalist Lex Molenaar volgt de Antwerpse politiek van dichtbij voor Gazet van Antwerpen. Hij geeft De Wever goede punten: “De Wever hoort bij pakweg de vijf meest actieve gemeenteraadsleden, hij kent zijn dossiers goed en stelt pertinente vragen."

Maar, zoals in de andere gemeenten waar de N-VA een rol speelt, is ook in Antwerpen de communautaire discussie ver weg. In de gemeenten profileert de N-VA zich dus anders dan bij federale of Vlaamse verkiezingen. Van Vlaamse zelfstandigheid naar “betrokkenheid van de burger”. Zowel als oppositielid, schepen of als burgemeester.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is