Nood aan humanere wet rond doodgeboren kinderen

Op 17 mei 2016, over deze onderwerpen: Federale Parlement
Goedele levenloos geboren kinderen

Vandaag worden ouders van levenloos geboren kinderen onvoldoende erkend in hun verdriet. Een humanisering van de wetgeving dringt zich op, vindt Kamerlid Goedele Uyttersprot. “Het verlangen naar het nieuwe leven ontstaat niet pas vanaf dag 180, de zwangerschapsduur die nu vereist is om officieel erkend te worden in je verdriet”, stelt zij. “Ondersteun ouders door hen vanaf dag één de mogelijkheid te bieden om aangifte te doen van hun kind.”

Pas vanaf 180 dagen zwangerschap geldt er momenteel een aangifteplicht: het levenloos geboren kind wordt ingeschreven in het overlijdensregister, enkel met een voornaam.
Geen geboorteregister, geen familienaam.

“Dat is een zeer harde confrontatie met de pijnlijke realiteit. Een koppel dat hun kind vóór die tijd verliest, kan het zelfs geen voornaam geven”, merkt Uyttersprot op. “Nochtans is niets erger voor een aanstaande ouder dan het onverwacht afbreken van de zwangerschap of het bevallen van een levenloos kind. Net daarom moeten we de zwangerschapsduur waarin dat verlies plaatsvindt, ondergeschikt maken aan het onwezenlijke verdriet van die ouders. Verdriet dat vaak voorgoed een plaats zal krijgen binnen het gezin.”

Volwaardige erkenning

Goedele Uyttersprot wil ouders de kans geven om hun levenloos geboren kind in te schrijven in een specifiek geboorteregister in plaats van het overlijdensregister, met de vermelding dat het om een levenloos geboren kindje gaat. Daarbij moeten zij de keuze krijgen om dat kindje al dan niet met voor- en/of familienaam in te schrijven, zonder daaraan rechtspersoonlijkheid te koppelen. “Zo wordt het ook mogelijk dat de vader het kind erkent, wanneer de ouders niet gehuwd zijn. Daarmee geven we die vader ook de kans om zijn verdriet een plaats te geven”, besluit Uyttersprot.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is